een of één (iers)
ondertaal
n-n, n-in
een/één-ceann(e) (iers)
chenc-in-chanc-te-chech
ging te gang in zich(t)
begin van een reeks of rij
één-iên
zie de andere betekenissen van een of één: hieruit blijkt dat het 14e eeuws Nederlands, het Duitse ohne en het Eng: one, een andere omschrijving geven dan de E klank (evt ea, iê) en duiden het verschil tussen één en een (zie Tessels)
© 2005-2013 TexelSites