hja (fries)
boventaal
j-ch
zij (een vr.persoon)-hja (fries)
chach
schacht/schaak
een lichaam (om te schaken)
heur- zij, haar
er zijn hier andere oplossingen mogelijk, maar vergelijk altijd de boventaal- en ondertaaloplossingen voor een totaalbeeld
© 2005-2013 TexelSites