kikker (iers)
ondertaal
n-in, n-n, s-sieg, l-r
kikker-loscann (iers)
in-chnac-s-chor
in knak scheur, hoor
scheurt weg met een knak, te horen met een knak-kwak
kwake-kwaken
zie: sturf, strook, hors, gors, schorren, norm, shore, korst, rock
© 2005-2013 TexelSites