lusteloos (tessels)
ondertaal
s-sieg, l-r, s-sieg, u-o
lusteloos, futloos-slus (tessels)
s-chur-s
trek goor trek
zich goor (niet lekker) voelen
goor os de pest-lamlendig voelen
zie: flush, plug, folter, drol, bolus, polus, blus (uitgeblust), sluis, lust
© 2005-2013 TexelSites