mei.
boventaal
m-mee, nt tussen, z-sc
maand: mei
mee-chenc-te-chich
mee zing te eigen
vogelzang
mee-mei
Naar godin: Maja. Du: May (Maandnamn: bloeimaand, Mariamaand, Wonnemaand (=vreugde in Oudgermaans)
© 2005-2013 TexelSites