monnik (14e eeuw)
boventaal
m-mee, nt tussen
monnik-moenc 14e eeuw
mee-chonc-te-chenc
mee zoons te ging, mee schoons te schijn
alleen zonen gaan, schijnt schoon (mooi) te zijn
sontje in huus-zonnetje in huis
in de midd.eeuwen was moenen de naam voor de duivel en masscheroen een onderduivel (zie: het verhaal van Mariken van Nimwegen)(zie moenen, moens en moenc)
© 2005-2013 TexelSites