nodigen
boventaal
o-oe
chnoch-te-chich-chen
genoeg(en) te zich/schik heen
met genoegen schikken (geven)
skikke-genoegdoening geven
verg: Duits: schicken - geven, brengen, sturen, cadeau doen
© 2005-2013 TexelSites