Pinksteren (duits)
ondertaal
s-sieg, n-in, f-f, p-b-bi
pinkster-Pfingsten (du.)
chnech-te-s-in-chif-bi
neig te trek schijn geef/hef bij
lijkt schijnsel te geven, verheven schijnsel
sk‚‚nstere-schitteren, glimmen
omdat het vijf (frans: cinq) ook is samengesteld uit dezelfde bron heeft men het gebeuren later uitgelegd als dat 50 dagen na Pasen het Pinkstergebeuren plaatsvond
© 2005-2013 TexelSites