schommel
boventaal
sch-z, m-m, m-mee
s-chom-mee-chel
zoem mee geheel
als degeen die altijd zoemt: de hommel of bij
hommel-hommel
in latijn: tumulus (het Sommeltjesbergje bij De Waal werd zo genoemd als zijnde een begraafplaats voor een latijnse veldheer. Een tumulus is een grafheuvel, en tumulare is begraven. Verg: tumult en tuimelen)
© 2005-2013 TexelSites