stinken (tessels)
boventaal
m-mee, nt tussen
stinken-meuren
mee-chenc-te-chur-chen
mee ging te geur heen
ging een geur mee heen
meure-stinken, ruiken
zie: krom, romp, bromium, brommen, moeras, meuren
© 2005-2013 TexelSites