swing (eng.)
boventaal
s-sieg, w-schuif-ch
s-schuif-chinc
trek beweeg ging/zink/zins
zin om te bewegen
d••nse-dansen
Fries: swingel-zwengel, vergelijk: zwenken en zie: zwing (tessels)
© 2005-2013 TexelSites