acht (8)(iers)
ondertaal
n.v.t.
acht-ocht (iers)
te-choch
te (h)oog
een oog (erbij) in de hoogte (2 ogen op elkaar)
omhóóg-omhoog
verg: bocht: bi-ocht (bij de hoek) hoogte: chonc-te-choch-te-chech (gong te hoogte/de hoek zich (in een bep. hoek)
© 2005-2013 TexelSites