week (fries)
boventaal
w-schuif-ch
week-wike (fries)
wich-chech
(be)weeg zich, is een wig (en een weg)
een terugkerende wig (hobbel)
wig-wig
verg: weg/wig en zie het als een oneffenheid
© 2005-2013 TexelSites