douk (16e eeuw)
ondertaal
nt tussen
stop/spon-douk of deuvik
chunc-te-choch
schuins te (h)oog
een rond oog aan de schuine (zij)kant
Douwik
Douwik: te gong te schuif/zuig wijk (zie boventaal met nt tussen) De Douk is een stop in een vat. Ooit brak op de plaats van de Douk de dijk door en werd een schip in het gat als stop, spon of douk tot zinken gebracht
© 2005-2013 TexelSites